Gang van zaken gedurende het verslagjaar
Het resultaat van ROC Midden Nederland over verslagjaar 2020 bedraagt € 5,0 miljoen. Dit ten opzichte van een begroot resultaat van € 1,5 miljoen. Hiermee is het resultaat € 3,5 miljoen hoger dan geraamd.
Dit heeft grotendeels te maken met incidentele posten, anders dan de reguliere bedrijfsvoering.
Genormaliseerd resultaat 2020
Het genormaliseerde operationeel jaarresultaat over 2020, dus exclusief incidentele posten, bedraagt € 1,4 miljoen en laat zich als volgt toelichten:
Exploitatieresultaat 2020 volgens staat van baten en lasten in de jaarrekening | 5.045 |
Incidenteel | |
Tegenvallers: | |
Huisvesting | 600 |
Meevallers: | |
Niet gerealiseerde overige lasten | -1.291 |
Projecten Opbrengsten Derden/Externe projecten | -659 |
Lagere afschrijvingslasten | -470 |
Effect aanvullende OCW bekostiging | -400 |
Overige baten ( verr. Inh.curusgeld en gefact. aan deelnemers) | -371 |
VAVO omzet 2019 | -406 |
Zij instroom (2019) | -360 |
Vrijval rente Swap | -250 |
Genormaliseerd resultaat excl. incidentele posten | 1.438 |
Begroot 2020 | 1.500 |
Surplus 2020 | 62 |
Het mbo laat een resultaat zien van € 5,1 miljoen positief. Het onderdeel Vavo realiseert een resultaat van € 74 duizend negatief. In navolgend overzicht wordt gespecificeerd welke middelen worden aangewend per activiteit (mbo en Vavo).
Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2019 | Begroting 2020 (RvT) | Realisatie 2020 | Mbo incl. diensten | Vavo | |
BATEN | ||||||
Rijksbijdragen OCW | 148.713 | 153.631 | 156.116 | 151.215 | 4.901 | |
Overige overheidsbijdragen en - subsidies | 2.287 | 2.251 | 2.587 | 2.587 | 0 | |
Cursus- en examengelden | 3.551 | 1.216 | 2.807 | 1.404 | 1.404 | |
Werk in opdracht van derden | 3.085 | 2.285 | 2.114 | 2.114 | 0 | |
Overige baten | 5.625 | 2.252 | 4.637 | 4.492 | 145 | |
Totaal baten | 163.261 | 161.635 | 168.261 | 161.812 | 6.450 | |
LASTEN | ||||||
Personele lasten | 117.977 | 119.779 | 125.041 | 120.788 | 4.253 | |
Afschrijvingen | 9.452 | 10.000 | 9.527 | 9.513 | 14 | |
Huisvestingslasten | 10.559 | 10.530 | 11.157 | 10.690 | 467 | |
Overige instellingslasten | 19.535 | 19.122 | 17.076 | 16.943 | 133 | |
Corporate kosten | 0 | 0 | 0 | -1.657 | 1.657 | |
Totaal lasten | 157.523 | 159.431 | 162.801 | 156.277 | 6.524 | |
Saldo baten en lasten gewone bedrijfsvoering | 5.738 | 2.204 | 5.460 | 5.535 | -74 | |
Saldo financiële bedrijfsvoering | -456 | -704 | -415 | -415 | 0 | |
Saldo buitengewone baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Exploitatieresultaat | 5.282 | 1.500 | 5.045 | 5.120 | -74 |
Het resultaat over het boekjaar bedraagt € 5,0 miljoen tegenover een begroot resultaat van € 1,5 miljoen. Hierna worden de belangrijkste verschillen per post toegelicht:
Baten
De baten zijn circa € 6,7 miljoen euro hoger dan begroot.
(Bedrag x € mln) | Realisatie | Begroot | Afwijking |
Rijksbijdragen OCW | 156,1 | 153,6 | 2,5 |
Overige overheidsbijdragen en - subsidies | 2,5 | 2,3 | 0,2 |
College-, cursus-, les- en examengelden | 2,8 | 1,2 | 1,6 |
Baten werk in opdracht van derden | 2,1 | 2,3 | -0,2 |
Overige baten | 4,7 | 2,3 | 2,4 |
Totaal | 168,3 | 161,6 | 6,7 |
Baten:
-
De hogere Rijksbijdragen OCW van € 2,5 miljoen zijn opgebouwd uit een positieve bijstelling als gevolg van loon- en prijscompensatie en een negatieve bijstelling door inhouding van het wettelijk verplicht cursusgeld. In de begroting is zowel de facturatie als de inhouding van het wettelijk verplicht cursusgeld niet meegenomen. In de realisatiecijfers is de facturatie van het wettelijk verplicht cursusgeld verwerkt onder het college-, cursus-, les- en examengelden, waar nu een positief effect is te constateren.
-
College-, cursus-, les- en examengelden zijn € 1,6 miljoen hoger dan begroot door de verrekening van het wettelijk verplicht cursusgeld t-2.
-
Lagere overige baten werk in opdrachten van derden ten bedrage van € 0,2 miljoen als gevolg van lagere projectbaten uit contractactiviteiten en externe projecten. Tegenover de lagere opbrengsten van derden en externe projecten staan lagere lasten van inkoop extern van ca. € 0,8 miljoen.
-
De overige baten zijn € 2,4 miljoen hoger dan begroot door hogere projectenopbrengsten.
Lasten
De lasten zijn in totaal € 3,3 miljoen hoger dan begroot. Het verschil is opgebouwd uit de volgende posten:
(Bedrag x € mln) | Realisatie | Begroot | Afwijking |
Personele lasten | 125,0 | 119,8 | 5,4 |
Afschrijvingen | 9,4 | 10,0 | -0,6 |
Huisvestingslasten | 11,2 | 10,5 | 0,6 |
Overige instellingslasten | 17,1 | 19,1 | -2,1 |
Totaal | 162,8 | 159,4 | 3,3 |
In totaal zijn de personele lasten, zoals verantwoord in de exploitatie, € 5,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de volgende factoren:
(Bedrag x € mln) | Realisatie | Begroot | Afwijking |
Salariskosten incl. werkgeverslasten | 111,2 | 107,6 | 3,5 |
Inhuur derden | 9,9 | 9,0 | 0,9 |
Overige personele lasten | 2,2 | 1,9 | 0,2 |
Uitkeringen | -0,6 | 0,0 | -0,6 |
Totaal regulier | 122,7 | 118,6 | 4,1 |
Dotatie/vrijval voorziening | 2,4 | 1,2 | 1,2 |
Totaal personele lasten | 125,0 | 119,8 | 5,3 |
Lasten:
-
Hogere salarislasten (€ 3,5 miljoen) als gevolg van stijging lonen, salarisverhoging en de stijging pensioenpremie en een eenmalige uitkering over het jaar 2020.
-
Hogere overige personele lasten (€ 0,6 miljoen) door o.a. meer inhuur derden. Hiertegenover staan extra vergoedingen vanuit Uszo.
-
Hogere dotatie personele voorzieningen (€ 1,2 miljoen) met name door hogere dotatie voorzieningsregeling duurzame inzetbaarheid.
-
Lagere afschrijvingskosten (€ 0,6 miljoen). Belangrijkste oorzaak voor deze afwijking is dat de afschrijving op de nieuw/verbouw van de Newtonbaan pas gestart is vanaf ingebruikname.
-
Hogere huisvestingslasten ten bedrage van € 0,6 miljoen. Vooral het klein onderhoud, de huurkosten en de schoonmaakkosten laten hierbij een toename zien. Veelal zijn deze het gevolg geweest van de coronamaatregelen. Daarnaast is er veel extra werk uitgevoerd i.v.m. coronamaatregelen die bij het klein onderhoud geleid hebben tot hogere kosten dan begroot.
-
Lagere instellingslasten (€ 2,1 miljoen). Dit heeft vooral te maken met een lager activiteitenniveau door de coronacrisis. Met name de reprokosten, examenkosten, de lasten van educatieve software, leermiddelen en overige deelnemerskosten zijn lager dan begroot.
-
Lagere financiële lasten ten bedrage van € 0,3 miljoen als gevolg van vrijval rentederivaten € 0,3 miljoen.
N.B. In 2020 had ROC Midden Nederland ruim 100 meer studenten (meervoudig gewogen) dan in 2019. Hierdoor moest een bedrag van ca. € 0,7 miljoen worden voorgefinancierd.