Treasury
Stichting ROC Midden Nederland onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Treasury richt zich op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Het kader, de doelstellingen alsmede de administratieve organisatie en interne controle rondom het Treasury beleid zijn vastgelegd in het 'Treasury statuut Stichting ROC Midden Nederland’.
Het Treasury beleid van ROC Midden Nederland past binnen de kaders van de regeling van de Minister van OCW van 6 juni 2016, nr. WJZ/800938 (6670), houdende regels voor onderwijsinstellingen omtrent het uitzetten van gelden, het aangaan van leningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële derivaten. Ten aanzien van het beleggen van de financiële middelen wordt een terughoudend beleid gevoerd. Verder zijn de volgende belangrijke bepalingen van toepassing:
-
Het is niet toegestaan om gelden te lenen met het doel hiermee externe uitzettingen te verrichten.
-
De wijzen van beleggen en belenen dienen risicomijdend te zijn, wat inhoudt dat de hoofdsom gegarandeerd dient te zijn. Belangrijke factoren daarbij zijn gegoedheid van de tegenpartij, tijdshorizon, producteigenschappen en oorsprong c.q. bestedingsdoel van de te beheren financiële middelen.
-
Het aangaan van nieuwe financiële derivaten is toegestaan vermits ze voldoen aan artikel 8 van de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. ROC Midden Nederland maakt geen gebruik van beleggingen.
-
ROC Midden Nederland maakt gebruik van een derivaat (een renteswap) om het variabele renterisico af te dekken van een lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën. De instelling maakt gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden zijn aan bedrijfsactiviteiten te beheersen en neemt met financiële derivaten geen speculatieve posities in. De huidige renteswap zal worden beheerd binnen de kaders van de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. Voor meer details en informatie zie paragraaf 1.7 van de Jaarrekening.
-
Ter bewaking van de ontwikkeling van de financiële en de liquiditeitspositie worden ratio’s gebruikt conform het financieel toetsingskader van OCW, alsmede een aantal bancaire ratio’s die voor een eventuele financiering van belang (kunnen) zijn. De ratio’s worden indien noodzakelijk geactualiseerd.
Binnen Treasury worden de volgende activiteiten ingericht: de uitvoering van het beleid in de praktijk, het beheren van de uitstaande beleggingen en leningen, de aangetrokken leningen en de afgesloten derivatenovereenkomsten. In de periodieke treasuryrapportage (per kwartaal) wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het treasurybeleid en treasurytransacties, zoals opgenomen in het treasurystatuut.
Mede op basis van de voorstellen voor de wijzigingen in de portefeuille van beleggingen, verstrekte en ontvangen leningen en analyses van financiële risico’s, adviseert de Treasury commissie het College van Bestuur over de te treffen maatregelen voor financiering ,beleggen en belenen en het verloop/beheersen van de financiële risico’s. Er wordt een verslag gemaakt over de gegevens van het voorgaande jaar en er wordt een vergelijking gemaakt, alsmede een aantal ratio’s die voor een eventuele financiering van belang zijn.
In 2020 is er een nieuwe lening afgesloten met het Ministerie van Financiën ad € 10 miljoen. De Treasury commissie heeft het College van Bestuur ondersteunt bij het aangaan en beheren van het innen van de nieuwe lening, welke voldoet aan de vereisten van de meest recente versie van de regeling beleggen, lenen en derivaten OCW. (zie paragraaf 10)
Bij het inrichten en benutten van de financieringsarrangementen wordt gestreefd naar:
-
Spreiding over minimaal twee financiële instellingen, waaronder het Ministerie van Financiën.
-
Pricing op basis van objectieve parameters zoals IRS en Euribor.
-
Flexibiliteit in looptijd, rentefixatie-termijnen en de mogelijkheid tot boetevrije aflossing.
-
Minimale inzet van haar actief als onderliggende waarde en/of onderpand.
Voor de opbouw van de faciliteiten, tijd en rente zie paragraaf 10 van de Jaarrekening